Al ruim 15 jaar maakt hij zich met CFP Green Buildings hard voor het verduurzamen van bestaand vastgoed. Een roepende in de woestijn is oprichter Bram Adema inmiddels al lang niet meer. “Rond de eeuwwisseling was er in de bouw geen interesse in CO2-reductie, dat is echt veranderd. Nu is er het besef dat er tot aan 2050 nog heel veel moet gebeuren. Zeker als we willen toewerken naar een circulaire economie. Maar onbewust zijn veel partijen daar al mee bezig.”
'Onbewust werken we toe naar een circulair gebouwde omgeving'
Dat CFP juist focust op het verduurzamen van bestaande bouw is, volgens Adema niet meer dan logisch. Duurzame nieuwbouw is in zijn ogen geen uitdaging meer. Om de verduurzaming van vastgoed op grote schaal aan te pakken is CFP zes jaar geleden begonnen met het automatiseren van hun consultancy in een online omgeving. “We willen iedereen de mogelijkheid bieden duurzaamheidsbeslissingen te nemen, zonder dat ze een heel project moeten opstarten. En wordt in de tools toegewerkt naar een integratie van het energielabel en de mogelijkheid om een BREEAM-score vast te stellen.”
BREEAM-supporter van het eerste uur
Het werken met BREEAM is voor Adema niets nieuws onder de zon. Naast dat hij het gezicht van CFP is, maakt hij deel uit van het bestuur van Dutch Green Building Council en het College van Deskundigen. Dat CFP daarom sinds 2019 officieel BREEAM-supporter is, lijkt een vrij natuurlijk gevolg. Sinds 2012 organiseren ze samen met DGBC evenementen en de certificering van het Van Gogh museum in dat jaar werd internationaal geroemd in de pers. “BREEAM is een waardevol middel, dat bijdraagt aan verduurzaming van de gebouwde omgeving.” Tegelijkertijd erkent hij dat er ook beperkingen zijn aan de huidige certificering. Adema ziet in de toekomst een volledig elektronische versie voor zich, bestaande uit vier niveaus: 1. een self assessment zonder bewijs, 2. een self assessment met bewijs, 3. een self assessment met bewijs en een auditor en, 4. een self assessment met bewijs, auditor, en certificering. “Zo kunnen we echt zorgen voor schaalvergroting.”
Circulair gebouwde omgeving is mogelijk
En die schaalvergroting is hard nodig merkt hij dagelijks. “In aanloop naar 2050 zitten we misschien pas op 1 á 2 procent.” Een volledige circulaire economie acht hij tegen die tijd dan ook niet realistisch. “In 2100 gaat het misschien lukken. Maar een circulair gebouwde omgeving wel in 2050, daar geloof ik echt in.” Hij toont zich verheugd met de stappen die er worden gemaakt. “Zonder het echt te weten werken we er al naartoe. Er wordt op zeer grote schaal energiebesparing en CO2-reductie toegepast in de gebouwde omgeving. We dringen het verbruik van fossiele brandstoffen terug en ontdekken manieren om materiaal te hergebruiken of vinden zelfs onuitputbare bronnen. Daar gaat mijn hart echt sneller van kloppen.”
Kennisdeling is hierbij de sleutel tot succes, vervolgt hij. “Duurzaamheid mag niet worden gebruikt als concurrentievoordeel. Daar is de opgave te groot voor. Dat is ook de reden waarom we iedereen de kans willen geven om te kopiëren wat we bij CFP doen. We delen onze kennis waar het mogelijk is. Onze deur staat voor iedereen open.”