Robin Schouten is BREEAM-NL Assessor bij Duurzaamheidscertificering. Toch had haar carrière er heel anders uit kunnen zien. Zo studeerde ze Liberal Arts & Sciences en behaalde ze een MSc in Communication, Health & Life Sciences, met een specialisatie in Health & Society. Inmiddels beoordeelt ze als assessor gebouwen op hun prestaties, na een kort uitstapje naar de wereld van de zonnepanelen. We spreken haar over het werken met BREEAM-NL, een dynamisch werkveld en de eigenschappen die je nodig hebt om in dat werkveld succesvol te zijn. 

Waarom wilde je assessor worden?

“Eigenlijk ben ik er niet zelf op gekomen. Ik werkte als projectmanager in de zonnepanelenbranche, met projecten voor woningcorporaties waar complete woonwijken werden voorzien van zonnepanelen. Dat deed ik vanuit de behoefte om concreet iets met duurzaamheid te doen. Op een gegeven moment werd ik benaderd door een recruiter die mij wees op een functie bij Duurzaamheidscertificering. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van BREEAM-NL gehoord. Het was voor mij een heel nieuw werkveld, maar het sprak me meteen aan omdat het zo meetbaar en concreet is. Je ziet heel duidelijk welk verschil je maakt. Ik ben er eigenlijk heel blanco ingestapt.”

Als assessor draag je een grote verantwoordelijkheid en moet je duidelijk een standpunt innemen

Hoe ziet het opleidingstraject eruit als je assessor wilt worden?

“Binnen BREEAM-NL heb je verschillende rollen: expert en assessor. Ik ben begonnen met de introductietraining, daarna heb ik de experttraining gevolgd en toen ook vrij snel de assessortraining. Vooral die laatste vond ik pittig, omdat je daarin echt moet laten zien wat je kan. Dat past ook bij het werk: als assessor draag je een grote verantwoordelijkheid en moet je duidelijk een standpunt innemen.” 

Wat is je bijgebleven uit die assessortraining?

“Dat er enerzijds een strikte richtlijn is die je moet volgen, maar dat je anderzijds altijd moet kijken naar het doel achter een credit, oftewel een duurzaamheidscriterium voor gebouwen. Een gebouw is nooit zwart-wit. Soms voldoet iets net niet aan de letter van de eis, maar wel aan de geest ervan. Daar moet je als assessor je professionele oordeel in durven geven. Dat vond ik een waardevol inzicht.” 

Doe je naast het werk als assessor ook nog expertwerk?

“Ja, ik doe beide. Ik vind juist de afwisseling leuk. Als assessor beoordeel ik het geheel: klopt alles, is alles met elkaar verbonden? Dat is duidelijk en gestructureerd werk. Als expert spar ik meer met opdrachtgevers over hoe ze een bepaalde doelstelling kunnen behalen. Dat advieswerk geeft veel energie. Die combinatie maakt het voor mij interessant.” 

Welk project waaraan je hebt meegeholpen, is je het meest bijgebleven?

“Dat is The Brandt in Amsterdam. Een bijzonder gebouw dat een nieuw leven kreeg. Het ligt op een unieke locatie en is echt opgeknapt. Ik vond het gaaf om daar rond te lopen, ook omdat iedereen die erbij betrokken was er vol voor ging. Het moment dat ik op het dak stond, midden in Amsterdam, en de zonnepanelen zag liggen die we beoordeelden, voelde heel speciaal.” 

Hoe ziet een gemiddelde werkweek eruit voor een assessor?

“Dat verschilt per periode. Nu is het druk, omdat veel partijen nog dit jaar hun certificaat willen indienen. Ik ben daardoor vaak onderweg voor locatiebezoeken. Ik probeer met de trein te reizen, zodat ik onderweg meteen mijn notities en foto’s kan uitwerken. Dat is belangrijk, want tijdens een bezoek wordt veel verteld door beheerders en experts. Als je dat niet meteen vastlegt, vergeet je details die later essentieel zijn voor je beoordeling. Verder werk ik assessments uit of doe ik expertwerk. Het is heel afwisselend.” 

Welke eigenschappen zijn belangrijk voor een assessor?

“Je moet oog voor detail hebben. Als in een bepaalde credit wordt gezegd dat een gebouw zoveel vierkante meters heeft en er zoveel gebruikers zijn, moet je checken of dat tien credits later nog steeds klopt. Daarnaast helpt het als je nieuwsgierig bent naar gebouwen en graag verschillende locaties bezoekt. Je komt overal: van een fabriek waar verkeersborden worden gemaakt tot een hip kantoor op het Rembrandtplein. En je moet goed met mensen kunnen omgaan, want je hebt vaak overleg met experts die soms vinden dat ze meer punten verdienen dan jij toekent. Dan moet je stevig in je schoenen staan, maar ook openstaan voor gesprek.” 

Hoe ga je om met verschillen van inzicht tussen jou en een expert?

“Als ik echt vind dat iets niet voldoet, dan blijf ik bij mijn standpunt. Maar vaak is er ruimte om te overleggen. Ik probeer dan aan te moedigen: lever nog wat meer bewijs, laat nog wat zien. Het helpt om niet meteen hard af te wijzen, maar om het gesprek aan te gaan. Zo houd je de samenwerking constructief.” 

Je komt op ontzettend veel plekken: wat is de staat van duurzaam bouwen in Nederland?

“Het is dubbel. Aan de ene kant zie ik partijen die duurzaamheid echt in hun bedrijfsdoelstellingen hebben opgenomen en daar flink in investeren. Dan kun je mooie stappen zetten. Aan de andere kant zijn er ook partijen die vooral het minimale willen doen. Wel merk ik dat bijna iedereen openstaat voor duurzaamheid, niemand kijkt er meer van op. Het doorvoeren in de praktijk blijft alleen een uitdaging.” 

Zijn er bepaalde ontwikkelingen in het vak die jou opvallen?

“Ik zie steeds meer aandacht voor de gezondheid van gebouwgebruikers. Denk aan slimme gebouwbeheersystemen en apps waarmee je zelf de temperatuur of luchtkwaliteit kunt aflezen en instellen. Dat soort innovaties maken gebouwen niet alleen duurzamer, maar ook prettiger om in te werken of te wonen.” 

Wat maakt werken bij Duurzaamheidscertificering leuk?

“We werken met een team van tien, waarvan bijna iedereen assessor is. Ik vind het heel fijn dat ik met collega’s kan sparren over vraagstukken. Je volgt weliswaar de richtlijnen, maar elke situatie is anders. Door samen te overleggen kom je tot betere afwegingen. Ik zou dit werk niet in mijn eentje willen doen.” 

Wat wil je toekomstige assessoren meegeven?

“Houd altijd het grotere doel voor ogen. Het is makkelijk om te verdwalen in de details van een richtlijn, maar uiteindelijk gaat het om de vraag: wat is het doel van het BREEAM-NL certificaat? Waarom doen we dit? Als je dat scherp houdt, wordt het werk leuker en draag je echt bij aan de kwaliteit van het instrument. Het is onze verantwoordelijkheid om die kwaliteit hoog te houden.” 

Dit bericht “Het werk van een assessor draait om details én het grotere doel” verscheen ook op DGBC.