Weten waarom, dat was de insteek van het Congres Dutch Green Building Week. Met krachtige verhalen zetten de sprekers in Jaarbeurs Utrecht ruim 300 deelnemers aan het denken. Deze koplopers uit de bouw- en vastgoedsector kwamen samen om nieuwe inzichten op te doen en hun kennis te delen. “Alleen als we ons blijven herinneren waarom we verduurzamen, kunnen we de transitie naar een toekomstbestendige gebouwde omgeving versnellen”, leidde algemeen directeur Brigit Gerritse het thema ‘Weet waarom’ in.
Achtergrond voor de keynotes en het panelgesprek die volgden waren grote thema’s zoals klimaatadaptatie, toekomstbestendige gebiedsontwikkeling en de rechten van de natuur. “We staan voor grote opgaven. Om deze binnen de grenzen van het CO2-budget op te lossen, moeten we aan de slag met ‘no-regret’ maatregelen. Denk aan het beter benutten van de bestaande voorraad. Want ja, er zijn uitdagingen, maar laten we vooral kijken naar wat vandaag of morgen wél kan. Zo kopen we tijd voor het ontwikkelen van innovaties en duurzame oplossingen”, moedigde Gerritse de koplopers aan.

‘Ongelukkige investeringen voorkomen’
Als we inderdaad aan de slag gaan met wat nú kan, is het belangrijk om niet alleen tijdige keuzes te maken, maar vooral ook ver vooruit te kijken. Dat bepleitte Marjolijn Haasnoot, professor ‘Klimaatadaptatie in delta’s en kustgebieden’ aan de Universiteit Utrecht, in haar keynote. Als lid van de Wetenschappelijke Klimaatraad van Nederland schreef ze mee aan het adviesrapport ‘Meeveranderen met het klimaat’.
Een van de aanbevelingen uit het rapport is om bij grote investeringen een klimaatadaptatietoets uit te voeren die ten minste 100 jaar vooruitkijkt. Haasnoot legt uit waarom: “We ondervinden de gevolgen van klimaatverandering nu al. Die gevolgen zullen alleen maar toenemen, dus moeten we ermee leren leven én ons op tijd aanpassen. Laten we daarom ongelukkige investeringen voorkomen en nu keuzes maken.”

Belangrijk aandachtspunt hierbij is het creëren van gedeelde verantwoordelijkheid. “Ruimte gebruiksbestendig maken vraagt om groots toekomstdenken en het lef om slimme en fundamentele keuzes te maken. Omdat de overheid niet alle risico’s kan afschermen, is ook de inzet van burgers en bedrijven nodig om de samenleving weerbaarder maken”, vervolgt ze.
Het adviesrapport beveelt ook aan om adaptatiekosten in de gebiedsontwikkeling te verrekenen, zonder ze af te wentelen op anderen. “Het is belangrijk dat extra kosten voor adaptatie bij de veroorzaker liggen. Dat is in dit geval de gebiedsontwikkeling. Deze benadering moet leiden tot andere keuzes over waar en hoe er gebouwd wordt”, aldus Haasnoot.
‘Eisen per stad onwerkbaar’
Risico’s van klimaatverandering stellen ook gemeenten en ontwikkelaars voor scherpe keuzes. De uitdagingen van duurzaam en klimaatadaptief bouwen staan centraal in het panelgesprek. Bas Meijs, directeur gebiedsontwikkeling bij de Gemeente Utrecht, ziet op gemeentelijk niveau de noodzaak om te prioriteren welke duurzaamheidseisen haalbaar zijn binnen een project: “Als we aan alles willen voldoen, bouwen we niks. Daarom wegen we voor elke wijk af waar het accent moet liggen.”
Deze afweging creëert ruimte voor een dialoog tussen gemeenten, ontwikkelaars en andere betrokken partijen. “Dit is voor nu de enige methode om vanuit verschillende perspectieven het beste uit een plan te halen”, constateert Onno Dwars, CEO van Ballast Nedam Development en bestuursvoorzitter van DGBC. “Als we alle eisen die we kunnen bedenken moeten toepassen zonder dit te faciliteren, is de weg onbegaanbaar. Wil je verduurzaming faciliteren, dan is duidelijk beleid nodig namens het rijk, lagere overheden, ontwikkelaars en bouwers tezamen.”

Zonder eenduidig landelijk beleid komen in elke gemeente andere duurzaamheidseisen op tafel. “Dat is erg ingewikkeld. Natuurlijk zijn er specifieke vragen per wijk, maar eisen die per stad verschillen, soms een paar kilometer verder heel anders zijn, dat is onwerkbaar”, stelt Helma Born, algemeen directeur Nederland bij BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling.
Dus blijven overheden en ontwikkelaars in gesprek voor betaalbare, klimaatbestendige woningbouw. Daarnaast zien de panelleden dat financiers een steeds sterkere drijvende kracht zijn achter duurzaam vastgoed, los van overheidsbeleid. “Ook onze investeringscommissie vraagt hoe we kunnen waarborgen dat onze projecten over 100 jaar nog steeds financieel verantwoordelijk zijn. Ook zonder landelijke doelstellingen blijven wij zorgvuldig omgaan met de omgeving en bepalen waar we al dan niet bouwen.”
‘Natuur heeft bestaansrecht’
Omgevingsbewuste keuzes houden dus rekening met diverse stakeholders. Jessica den Outer, oprichter van Stichting Rechten van de Natuur, wees de professionals in de zaal erop dat dit verder gaat dan de mens: ook de natuur is een belanghebbende partij. Met haar inspirerende keynote over de rechten van de natuur pleit Den Outer ervoor om de natuur mee te nemen in besluitvormingsprocessen. En dan niet alleen ter bescherming, maar als stakeholder met intrinsieke waarde en eigen bestaansrecht. Hiermee daagt ze het mensgerichte wereldbeeld uit en biedt ze een breder perspectief op duurzame ontwikkeling.

Haar verhaal begint in Californië, waar een rechtszaak rond een skiresort bij oude sequoiabomen in 1972 leidde tot het idee om natuur rechten en rechtspersoonlijkheid te geven. “In de jaren ‘70 vonden mensen rechten voor de natuur een bizar idee, maar sinds 2006 zijn wereldwijd ruim 500 initiatieven rondom dit thema gestart. Ook hebben 40 landen deze rechten vastgelegd in wet- en regelgeving.” Den Outer komt met sprekende voorbeelden, van de Whanganui-rivier als rechtspersoon in Nieuw-Zeeland tot het burgerschap van bestuivers in Costa Rica.
Dichter bij huis is Eijsden-Margraten de eerste Nederlandse gemeente die rechten aan de natuur toekent. “Daar moet de natuur in ieder collegebesluit meegenomen worden”, ligt Den Outer toe. “Mijn stichting is een middel om te komen tot dit veranderende wereldbeeld: het gaat ook over andere stakeholders dan mensen.”
‘We gaan het oplossen’
Met de oproep voor meer focus op het langetermijnperspectief, rekening houdend met alle stakeholders, inclusief de natuur, kwam het plenaire gedeelte van het congres ten einde. “Iedereen die hier zit ondersteunt duurzaam bouwen, dus over het ‘waarom’ hoeven we vandaag niet meer te debatteren. Laten we het hebben over het ‘hoe’ en ‘wat’. En wat niet kan is nog nooit gebeurd, dus: we gaan het oplossen!”, concludeerde DGBC-directeur Brigit Gerritse enthousiast.



Na het plenaire gedeelte verspreidden de deelnemers zich over interactieve break-out sessies. Daar deelden experts uit de markt, wetenschap, overheid en DGBC hun inzichten over de enorme woningbouwopgave, de volgende stappen naar een circulaire economie en het omgaan met Europese richtlijnen zoals de Energy Performance of Buildings Directive IV (EPBD IV). Ook bezocht een groep Wonderwoods, de iconische groene torens gelegen naast de Jaarbeurs. Tijdens en na deze sessies was er volop tijd en ruimte om kennis te delen, nieuwe inzichten op te doen en waardevolle gesprekken te voeren.
Dit bericht DGBW-congres verbindt koplopers met wetenschap, beleid en natuur in duurzame transitie verscheen ook op DGBC.